Locatie
Bosreservaat Het Leesten ligt tussen Hoenderloo en Apeldoorn vlak langs de N304 (zie kaart).
Omschrijving
Het Leesten is in 1987 aangewezen als bosreservaat op de rijkere zandgronden, de bodem bestaat uit sterk lemige dekzanden en gestuwde preglaciale zanden. Voor de aanwijzing was het een regulier productiebos, bestaande uit blokken Douglas, Japanse lariks en grove den, aangelegd rond de Tweede Wereldoorlog. In 1988 en 2000 hebben er metingen plaats gevonden binnen het reguliere bosreservatenprogramma.
Initiatiefnemer
De heropname in 2018/2019 is uitgevoerd door Wageningen University & Research. Het Bosreservatenprogramma wordt gecoördineerd door WENR.
Jaar van realisatie
Als onderdeel van de klimaatpilots zijn in 2018 alle steekproefcirkels met dominantie van Douglas en lariks opnieuw gemeten om de groei, sterfte en koolstofvastlegging in niet meer beheerde bossen te kunnen onderzoeken. In 2019 zullen ook nog bodemkoolstof metingen gedaan worden.
Klimaatwinst
Wanneer bos niet meer wordt beheerd blijft het bos doorgroeien en koolstof opnemen uit de atmosfeer. Hierdoor neemt de totale voorraad opgeslagen koolstof in bomen en bodem toe. Naar verwachting ontstaat op de lange termijn een evenwicht tussen sterfte en aangroei en wordt netto geen CO2 meer uit de atmosfeer opgenomen. Uit de metingen blijkt dat de staande voorraad en daarmee de hoeveelheid biomassa per hectare van zowel Douglas als Japanse lariks aanzienlijk is toegenomen in de afgelopen 30 jaar. De vastlegging in de Japanse lariks was 4,4 ton C (gelijk aan 16 ton CO2) per ha per jaar en in de Douglas zelfs 8,6 ton C (31,5 ton CO2) per ha per jaar. Ondanks de zeer hoge staande voorraad lijkt een evenwicht voor beide soorten nog ver weg. Voor dit soort bossen hebben we in Europa geen referenties, dus het is onduidelijk tot hoever de voorraad nog zou kunnen stijgen, en hoe hoog het gemiddelde evenwichtsniveau zou zijn als alle fasen van verjonging tot verval aanwezig zijn.
Ontwikkeling van de staande voorraad (m3/ha) en totale hoeveelheid biomassa (ton C/ha, bovengronds en ondergronds) voor de gemeten steekproefcirkels in Het Leesten.
Voor steekproefcirkel C08, gedomineerd door Douglas (kiemjaar 1944), hebben we met behulp van het model CO2Fix in onderstaande figuur inzichtelijk gemaakt wat het verschil is met de situatie als er wel geoogst zou zijn. Door regelmatige dunningen schommelt de hoeveelheid koolstof in de biomassa tussen de 110 en 150 ton per ha. De koolstof die opgeslagen zit in het hout dat vrijkomt bij de dunningen en de eindkap wordt deels vastgelegd in houtproducten. Door het gebruik van houten producten wordt een bepaalde hoeveelheid (fossiele) CO2-emissie vermeden (in de figuur weergegeven als substitutie_producten), omdat anders datzelfde product van bijvoorbeeld staal of plastic gemaakt had moeten worden. Reststromen bij de productie worden gewoonlijk ingezet om energie op te wekken. Ook dit levert een vermeden hoeveelheid fossiele CO2-uitstoot op, weergegeven als substitutie_energie. De eerst 5-10 jaar zijn er geen grote verschillen tussen beide scenario’s, maar daarna is de hoeveelheid vastgelegde koolstof in de biomassa van het onbeheerde bos groter dan het totaal van de hoeveelheid koolstof in de biomassa van het beheerde bos, de koolstof in de producten en de vermeden uitstoot door producten en energie. Dit komt met name door de lagere groei in het beheerde bos (met name in de verjongingsfase), en omdat de gemiddelde levensduur van de producten lager ligt dan de levensverwachting van de bomen in het onbeheerde bos. Op de (veel) langere termijn echter zal het cumulatieve effect van het gebruik van houtproducten en energie uitstijgen boven het onbeheerde scenario, waar uiteindelijk een evenwicht bereikt zal worden. Waar dit omslagpunt ligt is niet duidelijk, maar voorlopig lijkt dit nog niet in zicht.
Ontwikkeling van de koolstofvoorraad in de biomassa, in de producten en cumulatieve hoeveelheid substitutie door gebruik van hout, onder beheerd (multifunctioneel) en onbeheerd scenario voor steekproefcirkel C08 in Het Leesten (Douglas, kiemjaar 1944).
Kosten en baten
Bij het instellen van een reservaat zijn er noch kosten noch baten. Wel kan rekening gehouden worden met de misgelopen baten wanneer ’t Leesten als multifunctioneel bos zou worden beheerd. Onderstaande tabel toont de kosten en baten per hectare wanneer een multifunctioneel beheer zou worden gevoerd, beginnend vanaf 1988 tot een eindkap in 2025. In de tussenliggende periode worden zes dunningen uitgevoerd.
Kosten totaal | €10.605 |
Opbrengsten dunning | €37.368 |
Opbrengsten eindkap | €39.446 |
Netto totaal | €66.209 |
Ervaringen
De zelfdunning in de opstanden van Douglas en Japanse lariks is veel lager dan verwacht waardoor de opstanden buitengewoon dicht zijn en hoge grondvlakken en volumes laten zien. Het grootste risico van het opslaan van koolstof in levende biomassa door middel van het handhaven van hoge voorraden is het optreden van natuurlijke verstoringen. Storm levert voor deze bossen waarschijnlijk het grootste gevaar op, mede vanwege de hoogtes van de bomen (tot ongeveer 40 m). Tijdens de storm van 18 januari 2007 (Kyrill) zijn er pleksgewijs Douglassen omgewaaid, maar dit heeft maar weinig invloed gehad op het opbouwen van de voorraad.
Meer informatie
- Website Bosreservaten algemeen: ‘De 60 Nederlandse Bosreservaten‘
- Website Bosreservaat Het Leesten: https://www.wur.nl/nl/show/Leesten.htm
- van Hees, A.F.M. 1995. ‘Het Leesten’ bosreservaat Ugchelen; bossamenstelling en bosstructuur in de steekproefcirkels. Wageningen, Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO). IBN-rapport 126. https://edepot.wur.nl/422883
- Koop, H.G.J.M. 1995. De bosstructuur van de kernvlakte in Het Leesten, bos reservaat 14. Wageningen, Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek (IBN-DLO). IBN-rapport 148. https://edepot.wur.nl/422882
- Clerkx, A.P.P.M., Sanders, M.E., & Blijsma, R.J. 2002. Bosdynamiek in bosreservaat Het Leesten. Wageningen, Alterrea, Research Instituut voor de Groene Ruimte. Alterra-rapport 556. https://edepot.wur.nl/17244